Voor sommige links naar producten en partners op deze website krijgen wij een affiliate commissie.
In 2004 introduceerde de Europese Unie een set passagiersrechten (EC 261) die consumenten beter moest beschermen tegen verstoringen tijdens hun vliegreis. Denk aan vertraging, annulering en instapweigering. Intussen zijn de rechten door jurisprudentie flink uitgebreid, en de Europese rechters hebben vaak een pro-consument uitspraak gedaan. Een groot deel van de compensatiewetgeving komt voort uit uitspraken van de rechter; de originele verordening is vrij summier.
Toepasbaarheid
EC 261 is in beginsel van toepassing op vluchten die vanaf een Europese luchthaven vertrekken ongeacht de airline, of voor vluchten naar de EU met een maatschappij gevestigd in een EU land (en enkele andere landen zoals Zwitserland en IJsland). Bijvoorbeeld een vlucht AMS-DXB met Emirates is gedekt, maar DXB-AMS niet. Vlieg je met KLM DXB-AMS dan is het weer wel gedekt omdat KLM in de EU is gevestigd.
Een paar jaar geleden is er echter een uitspraak gedaan waardoor sommige transfervluchten ook onder EC 261 vallen. Indien je bijvoorbeeld een overstap buiten de EU mist door een vertraging op de vlucht vanuit de EU (die op zichzelf niet voor compensatie kwalificeert) is EC 261 nog steeds van toepassing als je drie uur of later op je eindbestemming aankomt. Bijvoorbeeld, je vliegt van Amsterdam naar Abu Dhabi met Etihad. Je vlucht is 2 uur vertraagd en hierdoor mis je je aansluiting naar Bangkok. Je wordt omgeboekt op de volgende vlucht en komt 6 uur later op je eindbestemming aan dan op je ticket staat. De vlucht vanuit de EU is niet lang genoeg vertraagd om zelfstandig voor compensatie in aanmerking te komen. Maar omdat dit wel een gemiste aansluiting heeft veroorzaakt en zo ook een vertraging langer dan 3 uur op de eindbestemming, heb je toch recht op compensatie.
Wegener vs Air Maroc
Afgelopen zomer heeft het Europees Hooggerechtshof de letterlijke grenzen van de verordening nóg verder opgerekt. Het gerechtshof van Berlijn vroeg het hoogste Europese gerechtshof om een verduidelijking van de regelgeving in de zaak Wegener vs Air Maroc. Wegener vloog van Berlijn naar Agadir, via Cassablanca waar ze overstapte op een ander vliegtuig. Na aankomst in Casablanca werd zij op de vlucht naar Agadir het instappen geweigerd. Air Maroc wilde geen compensatie betalen omdat volgens de luchtvaartmaatschappij de vlucht Cassablanca-Agadir niet onder EC 261 valt. Het is immers geen vlucht vanuit een EU land noch uitgevoerd door een EU-maatschappij.
Het hof moest dus de volgende vraag beantwoorden:
Valt een vlucht onder artikel 3, lid 1, onder a), van [verordening nr. 261/2004] wanneer zich bij het vervoer door een luchtvaartmaatschappij geplande onderbrekingen (tussenlandingen) buiten het grondgebied van de Europese [Unie] voordoen waarbij van vliegtuig wordt veranderd?
Het hof vond dat een onderbreking van de reis, ook om van vliegtuig te wisselen, niets afdoet aan de rechten van de passagiers en het ongemak van het tijdverlies; de eindbestemming is de bestemming van de laatste vlucht in geval van aansluitende vluchten geboekt op een ticket. De toepassing van EC261 houdt dan ook niet op bij het eerste non-EU land waar je landt.
De uitspraak luidt dan ook:
Gelet op een en ander dient op de gestelde vraag te worden geantwoord dat artikel 3, lid 1, onder a), van verordening nr. 261/2004 aldus moet worden uitgelegd dat deze verordening van toepassing is op passagiersvervoer dat op grond van één enkele boeking wordt verricht, waarbij tussen het vertrek vanuit een luchthaven die gelegen is op het grondgebied van een lidstaat en de aankomst in een luchthaven die gelegen is op het grondgebied van een derde staat, een geplande tussenlanding plaatsvindt buiten de Unie waarbij van vliegtuig wordt veranderd.
Kortom, EC 261 is van toepassing op alle vluchten vanaf vertrek in een EU-land tot de aan de eindbestemming, inclusief vluchten tussen niet-EU staten na een overstap. De vluchten moeten dus wel op één ticket geboekt zijn en één vlucht moet vanuit de EU vertrekken. Op de terugweg geldt dit dus niet. Ook geldt er nog steeds een overmacht bepaling voor vertraging of annulering.
Dit is natuurlijk een grote uitbreiding die niet alleen geldt voor vertraging maar ook voor annulering of instapweigering.
Bijvoorbeeld:
- Je vliegt van Düsseldorf naar Kaapstad via Istanbul met Turkish Airlines. De vlucht vanuit Düsseldorf komt op tijd aan maar de vlucht Istanbul-Kaapstad is 4 uur vertraagd. Je hebt recht op compensatie voor vertraging.
- Je vliegt van Brussel naar Bangkok via Abu Dhabi met Etihad. In Abu Dhabi is de vlucht naar Bangkok overboekt en je wordt geweigerd. Je hebt recht op compensatie volgens instapweigering.
- Je vliegt van Amsterdam naar Miami met een overstap in Atlanta met Delta. De binnenlandse vlucht van Atlanta naar Miami is geannuleerd. Ook dan heb je recht op compensatie voor de annulering.
Compensatie claimen
Het mag duidelijk zijn dat maatschappijen buiten de EU hier helemaal niet blij mee zijn. Ik verwacht dan ook veel tegenstand. Mocht een airline stug weigeren, dan kan je een claimbureau inschakelen op basis van no-cure-no-pay. Twee bekende bureaus, EUclaim en Airhelp, hebben desgevraagd bevestigd dat zij dit soort zaken aannemen. De uitspraak van het Europees Hooggerechtshof is namelijk leidend in de hele EU. Als een zaak daarom voorkomt is de kans erg hoog dat je als passagier gelijk krijgt. EUclaim heeft ook een calculator om te kijken of jouw vlucht in aanmerking komt. Uiteraard kan je dan alsnog eerst zelf een claim indienen met verwijzing naar het ‘Wegener Arrest’.
Terugwerkende kracht
Deze bepaling geldt ook met terugwerkende kracht. In Nederland is de verjaringstermijn voor claims op basis van EC 261 2 jaar. Dus heb je in de afgelopen twee jaar te maken gehad met een vertraging, annulering of instapweigering die toen niet, maar nú wél, gedekt zou zijn, dan kan je alsnog claimen!
Dit artikel is informatief en dient niet te worden opgevat als juridisch advies.
Uitgelichte afbeelding: vliegen123.nl
Geef een reactie