AirBaltic maakte deze week bekend een codeshare overeenkomst te hebben getekend met Icelandair. Hierdoor wordt wordt het routenetwerk van beide airlines met elkaar verbonden. Zo kunnen passagiers van AirBaltic nu ook kiezen uit de trans-Atlantische bestemmingen van Icelandair. Denk bijvoorbeeld aan New York, Chicago, Seattle en Vancouver. De samenwerking kan op de langere termijn leiden tot lagere ticketprijzen.

AirBaltic

De nieuwe samenwerking is goed nieuws voor Airbaltic. De Oost-Europese maatschappij maakt het netwerk zo een stuk interessanter. Het eigen netwerk bediend namelijk alleen short en medium haul bestemmingen. Hiervoor zet AirBaltic de nieuwe Airbus A220 in. Door de codeshare afspraken met Icelandair kunnen reizigers op een enkel ticket inchecken en wordt de bagage doorgelabeld naar de eindbestemming. Ook zijn de vluchtschema’s van beide maatschappijen zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Een groot deel van deze bestemmingen komen er voor AirBaltic bij.

Prijsverlaging?

Beide maatschappijen zijn relatief klein en ook geen lid van een van de grote luchtvaartallianties. Door deze strategische samenwerking aan te gaan maken beide airlines zichzelf toch wat interessant voor reizigers. Niet alleen door meer bestemmingen aan te bieden. Maar ook omdat door de toegenomen mogelijkheden vanuit consumenten-perspectief de prijzen op de langere termijn wellicht zullen dalen. AirBaltic is nu namelijk een extra maatschappij die trans-Atlantische bestemmingen aan kan bieden, zij het via Icelandair. Dit vergroot de concurrentie en verlaagt mogelijk de prijzen. Of het zover zal komen moet natuurlijk nog blijken.

Vlieg je vanuit vanuit Nederland, dan moet je er naast een overstap in IJsland ook een overtap Riga voor over hebben. Je kan dan desgewenst gebruikmaken van het stopover programma van Icelandair.