Een aantal weken geleden was ik op het eiland Tasmanië. Dit eiland staat bij Australiërs ook wel bekend als Tassie of het eiland Under Down Under. Veel toeristen slaan het eiland over bij een bezoek aan Australië, terwijl het eiland zoveel te bieden heeft. Lees hier meer over mijn bezoek aan Tassie.

Dit artikel is onderdeel van een reeks over een lange reis door Australië, Nieuw-Zeeland en de Cookeilanden. Een aantal weken geleden zijn de eerste twee artikelen verschenen met reviews over de vluchten van Brussel naar Sydney met Thai Airways. De review van de vlucht van Brussel naar Bangkok vind je hier en de tweede review naar Sydney vind je hier. Onlangs verscheen er ook een artikel met tips voor een verblijf in Sydney en een review van de vlucht naar Tassie met Virgin Australia.

Tasmanië

Het eiland Tasmanië is na de hoofdstad de kleinste staat van Australië en telt slechts 500.000 inwoners. Toch is het eiland bijna tweemaal zo groot als Nederland en kent het een van de grootste overgebleven wildernissen op aarde.

Het eiland heeft veel te bieden voor natuurliefhebbers. En is zeer geschikt voor een roadtrip. In de regionale hoofdstad Hobart kunnen cultuurliefhebbers hun hart ophalen bij het wereldberoemde kunstmuseum Mona. In 2015 stond Tasmanië in de top 10 van best te bezoeken regio’s ter wereld (Lonely Planet) en ook Hobart stond al eerder in de top 10 van best te bezoeken steden.

Ik heb het eiland bezocht in de winter (juni), maar ik vond het met temperaturen van 10 tot 18 graden prima te doen. De beste reistijd is veelal van oktober tot april.

De weg naar Tasmanië

Tasmanië kent drie grote luchthavens: Hobart, Launceston en Devonport. Deze zijn enkel verbonden met Brisbane, Melbourne en Sydney. Je zult dus altijd moeten overstappen in een van deze steden. Het is doorgaans voordeliger om een ticket naar Sydney of Melbourne aan te schaffen en vervolgens een los ticket naar Tasmanië. Je kunt dan bovendien ook nog eerst paar dagen bijkomen op het Australische vaste land. Vluchten vanuit Sydney zijn beschikbaar vanaf zo’n 140 euro retour. Vanuit Melbourne betaal je rond de 100 euro.

Naast vliegen kun je ook de ferry nemen vanuit Melbourne naar Devonport. Deze vaart in het zomerseizoen tweemaal dagelijks en in de winter enkel ’s nachts. Je kunt ook je (huur)auto vanuit het vaste land meenemen. De ferry is veelal wel een stuk duurder dan vliegen.

Huurauto vs openbaar vervoer

Je kunt op Tasmanië gemakkelijk een auto huren. Op alle drie de luchthavens zijn de grote autoverhuurders aanwezig. Bovendien is benzine relatief goedkoop met nog geen euro per liter.

Ik heb zelf echter op het laatste moment mijn reisplannen moeten omgooien. Voor de huurauto had ik een borg nodig van 2000 Australische Dollar op mijn credit card, maar mijn limiet was maar 1000 euro (ik ben tenslotte maar student). Nooit eerder werd mij zoveel borg gevraagd voor een huurauto. Zelfs niet in Amerika. Ik kon de borg afkopen voor 40 euro per dag, maar dat vond ik te gortig. De totale kosten zouden dan op 80 euro per dag komen. Meer dan driemaal zoveel als ik gemiddeld in Amerika en Nieuw-Zeeland heb betaald. De gereserveerde huurauto kon ik gelukkig zonder kosten annuleren. Let hier dus goed op bij het huren van een auto en lees altijd de kleine lettertjes!

Eerst maar eens kijken hoe ik van de luchthaven naar mijn hotel kom. Na een paar minuten rondkijken zag ik dat er vanuit de luchthaven een shuttle vertrekt die je naar je hotel brengt voor slechts 15 dollar (10 euro). De man van de shuttle was erg vriendelijk en ik was de enige passagier, maar dat was geen probleem. Ze rijden altijd!

Tasmanië per openbaar vervoer?

Eenmaal aangekomen in het hotel heb ik direct uitgezocht of ik alle bestemmingen die ik van plan was te bezoeken kon bezoeken per openbaar vervoer. En gelukkig viel het alleszins mee. Het eiland is goed te bereizen met het openbaar vervoer, al zijn de frequenties erg laag.

Launceston

Na een verblijf van een paar dagen in Sydney ben ik met Virgin Australia naar Launceston gevlogen. Een review van deze vlucht vind je hier. Launceston is na Hobart de grootste stad van het eiland. De stad is leuk om een dagje te vertoeven.

Vanuit het centrum loop je in tien minuten naar de Cataract Gorge. Om hier te komen kom je langs een van de oudste bruggen van het eiland. Als je geluk hebt heb je net als ik stralend weer met een prachtige reflectie van de brug in de rivier.

Je kunt in het natuurgebied een prachtige wandeling maken door de kloof met adembenemende uitzichten over de rivier en de eeuwenoude bomen langs de oevers. Er zijn wandelroutes van een uur tot meerder uren.

Bicheno

Vanuit Launceston heb ik de bus genomen naar Bicheno. Het was een prachtige route door een groene vallei met vele vergezichten. In een klein dorpje moest ik overstappen. De bus zou 15 minuten later arriveren. Of ik ook even op de post wilde passen die ook naar Bicheno moest. De mensen zijn zo easy going en vertrouwend van aard. Dit viel mij al eerder op. Ook tijdens de wandeling in de Cataract Gorge werd ik meerdere malen aangesproken en zo sta je zo 30 minuten te kletsen met een Tasmanier.

We kwamen precies op tijd aan in Bicheno voor de zonsondergang. Na een prachtige zonsondergang was het tijd om pinguïns te spotten. Bicheno is een typisch klein Tasmaans dorpje dat beroemd is vanwege de pinguïns die bij schemering aan wal komen. Er worden diverse tours aangeboden, maar je kunt de pinguïns ook gratis spotten. Vraag gewoon bij je accommodatie of de toeristeninformatie waar de pinguïns de laatste tijd veel zitten.

Het punt is echter wel dat ze pas het strand opkomen als het net donker is. En dan zijn ze moeilijk te zien. Toch is het me gelukt om een schim van ze op te vangen onder het maanlicht.

Naast de pinguïns heeft Bicheno een Blow Hole, waar je met name tijdens de zonsondergang prachtige foto’s kunt maken. Bovendien kun je vanuit het Blow Hole een wandeling langs de kust maken. Volg gewoon de witte pijlen op de rotsen!

Coles Bay

Na 2 nachten in Bicheno heb ik de bus naar Coles Bay genomen. De meeste mensen bezoeken Coles Bay voor het aangrenzende Nationale Park Freycinet.

Freycinet kent vele prachtige stranden en baaien, waarvan Wineglass Bay veruit de mooiste is. Helaas zijn ze momenteel met onderhoud van de wandelpaden bezig en is het niet mogelijk om richting het strand te lopen. Wel kun je nog steeds het uitzichtpunt bereiken.

Er zijn gelukkig echter nog vele andere stranden die je wel kunt bereiken. En het voordeel van de winter is dan dat je het hele strand voor jezelf hebt. En als het dan ook nog eens dikke 20 graden is met volop zon waan je je gewoon in het paradijs!

Het park is een paradijs voor wandelliefhebbers. Er zijn korte routes van enkele uren tot trekroutes van meerdere dagen. Bovendien zijn er vele talloze mogelijkheden om te overnachten in het park. Er is een hotel, een bungalowpark en er zijn diverse campings. Een aantal campings grenzen zelfs aan het strand!

Let er op dat je voor alle parken op het eiland entree moet betalen. Je betaald ongeveer 17 dollar per persoon of 25 dollar per auto.

Hobart

Na een dag hiken in Coles Bay heb ik de bus naar de grootste stad van het eiland genomen: Hobart. De stad heeft slechts 200.000 inwoners, maar voelt op de een of andere manier aan als een veel grotere stad. Ik zou zeker 3 tot 4 dagen uittrekken voor Hobart.

Naast het compacte centrum, de haven en het beroemde kunstmuseum Mona ben je namelijk zo in de natuur. Neem de shuttlebus naar de top van Mount Wellington en geniet van het prachtige uitzicht over de stad. Vanaf de top kun je in 2 tot 3 uur weer richting Hobart wandelen. Natuurlijk kun je ook de shuttlebus weer naar beneden nemen. Zeker in de winter is dat een goed advies, aangezien het erg koud kan zijn op de top! Een retourtje vanuit het centrum van de stad kost 30 dollar (20 euro) en is te boeken bij het Tourist Info Centre.

Naast Mount Wellington liggen ook Abel Tasman National Park, Mount Field National Park en Bruny Island om de hoek. Er worden vanuit Hobart diverse tours aangeboden vanaf 100 dollar per dag. Er zijn ook alleen shuttles beschikbaar zodat je zelf je tijd kunt indelen.

Bruny Island

Zo heb ik een shuttle naar Bruny Island genomen omdat ik graag de Neck wilde zien en de zeldzame witte wallaby wilde spotten. Deze albino Wallaby komt alleen op Bruny Island voor, vanwege het gebrek aan predators.

De shuttle brengt je naar Adventure Bay en kost 85 dollar en dat is goed te doen, aangezien ook een consumptie met een muffin en de ferry inbegrepen is. Onderweg stopt men nog bij de Neck: een van de beroemdste uitzichtpunten van Tassie.

 

Vanuit Adventure Bay heb ik een prachtige wandeling gemaakt langs de steile kliffen van de Fluted Cape. Het is een prachtige wandelroute met vele vergezichten.

En onderweg spotte ik talloze wallabies, waaronder een witte!

Inspiratie opgedaan? Heb je nog vragen of opmerkingen? Laat het ons dan weten door hieronder een reactie achter te laten of door een bericht te plaatsen op het forum.